Categorie: Uncategorized

  • Gespreksonderwerp is vleermuizen – deel 1

    Er zijn mensen die uren kunnen praten over voetbal of over de laatste modetrend. Nooit iets van begrepen — lijkt mij zó saai! Maar ik moet bekennen: zodra deze zes mensen (zie foto) bij elkaar zijn, gaat het eigenlijk alleen nog maar over vleermuizen. En dat is nooit saai.

    Vandaag staat het controleren van 75 vleermuiskasten in het buitengebied van Winterswijk op het programma. Maar voordat we daar aan toe kwamen, was er een urgenter probleem dat besproken moest worden.

    Het begon met een gesprek over enkele vleermuizen die verstopt zaten achter de luiken. Waarom zaten ze zo dicht bij elkaar, en waarom met hun kop omhoog? De antwoorden waren voor de meesten van ons onbekend, maar achteraf heel logisch toen Wieneke het ons uitlegde. De reden dat ze zo dicht bij elkaar zaten, was dat het om verschillende soorten ging: een gewone dwergvleermuis en een ruige dwergvleermuis. Twee verschillende soorten, dus geen concurrenten van elkaar.

    Maar waarom met hun kop omhoog? Allereerst: het ging om twee mannetjes, en het was begin augustus.
    Korte uitleg: mannetjes staan 24 uur per dag “aan”.

    En nu de langere uitleg. Begin augustus start de paartijd van bepaalde soorten vleermuizen. Zodra de vrouwtjes geen of weinig zorg meer hebben voor hun jong, verschuift hun aandacht naar volwassen mannetjes. Deze staan paraat om daar gehoor aan te geven. Ze hangen achter de luiken, deels in de zon, want het zijn warmte minnende dieren. Met hun kop omhoog kunnen ze de echolocatiegeluiden van voorbijvliegende dames opvangen en zelf hun lokgeluiden produceren. Zo staan ze startklaar om erachteraan te vliegen zodra dat nodig is.

    Het gesprek verschoof vervolgens naar de komende zoldertellingen: Pieter had nieuwe zolders voor ons geregeld, we bespraken de zelfgemaakte detectoren die problemen gaven, en de laatste én komende excursies.

    Het beloofde dus een interessante dag te worden — en de koffie met chocolade hadden we nog niet eens op.

    En geen voetbal te bekennen 🙂

    Wordt vervolgd……

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Joeke & Kevin

  • Vleermuizenavond Hof van Moeder Aarde

    Er waren wat minder bezoekers (13 personen, waarvan 6 kinderen) dan wat we meestal tegenkomen, maar zeker niet minder enthousiast.

    Een beproefde manier van voorlichting over de vleermuizen geven is het van tevoren uitdelen van gele papiertjes met een potlood, zodat alle vragen die er zijn aan bod kunnen komen. Dat was nu ook weer het geval. En het eerste beeld op de computer haalde iedereen meteen bij de les, want ‘’zie het verschil’: er waren een massa vleermuizen te zien, die allemaal sprekend op elkaar leken, maar er was er een bij met oogjes. De vraag of een vleermuis ook blind kan zijn, sloot daar mooi op aan. Het antwoord: zijn bekje (voor de echo’s) en de oren (om ze te horen) zijn veel belangrijker.

    Wanneer worden vleermuizen wakker? Nou, als het schemert, en de (roof)vogels gaan slapen, want anders zouden ze ze tegen kunnen komen, en opgegeten worden.

    Hoe je dichtbij huis ook kunt zorgen voor geschikte schuilmogelijkheden, en waar vleermuizen graag hun veilige plekje kunnen kiezen, dat is een vraag die van de volwassenen kwam. Een paar nestkastjes ophangen, in verschillende windrichtingen zodat ze tussen warm en koeler plekje kunnen kiezen.

    Hoe oud kan een vleermuis worden. Nou, het is eens uitgezocht door een ring om een pootje, en het beestje jaren later weer te vangen: het bleek 41 jaar te zijn.

    Hoe de levenscyclus van vleermuizen is: op dit moment (augustus) zijn de jonkies net volwassen geworden, in september/oktober paren ze en slaat het vrouwtje zaad op in haar lichaam, om het te gebruiken voor bevruchting in januari/februari/maart, als ze uit winterslaap komen en een beetje aangesterkt zijn. De vrouwtjes zogen de kleintjes (het zijn immers zoogdieren), en vormen met elkaar een kraamkolonie en ze passen op elkaars jonkies.

    Hoe zie je of het een mannetjes is of een vrouwtje: net als mensen hebben ze borsten, en de mannetjes een piemel. Poepen en plassen is natuurlijk ook interessant, want ze hangen immers op hun kop: een mooi filmpje van hoe dat gaat, laat dat zien.

    Vleermuizen kunnen zwemmen, en hun beweging lijkt op vlinderslag.

    Er bestaan zo’n 1500 vleermuissoorten, in Nederland wegen ze van 5 gram tot 40 gram, de grootste hier bij ons is de Vale vleermuis.

    En toen naar buiten. We kwamen meteen een aantal gewone dwergvleermuizen tegen, en laatvliegers. Dat was maar goed ook, want het weer verslechterde, en als het regent houdt het op met de insecten in de lucht, en dus ook met de vleermuizen.

    Tekst: Els

    Foto’s: Ip.

  • Kun je vleermuizen aaien

    We waren nog maar net binnen of de eerste mooie vragen kwamen al — vooral van kinderen, maar ook volwassenen wisten ons te verrassen met goede vragen. Een paar voorbeelden: Hoe hoog vliegt een vleermuis? Waarom drinken vleermuizen bloed? Hoe oud wordt een vleermuis? Dit zijn slechts enkele van de vragen die gisteravond bij Tamaring in Ruurlo werden gesteld.

    Een andere interessante vraag was: Kun je een vleermuis aaien? Tja, dat is een gewetensvraag. Vleermuizen hebben een vacht, dus ja, technisch gezien kun je ze aaien. Maar vleermuizen zijn beschermde dieren, en dat betekent dat je ze niet zomaar mag verstoren. Om ze te aaien moet je ze eerst vangen, en daarmee verstoor je ze — en dat mag niet. Dus: het kan wel, maar het mag niet.

    Na ongeveer een half uur leek het er zelfs even op dat we een vleermuis hadden kunnen aaien. Op een bepaalde plek vlogen ze zó laag, dat als we net iets hoger hadden gesprongen, we er misschien eentje hadden kunnen vangen. Maar dat was niet zonder risico geweest — vleermuizen kunnen stevig bijten. Het zijn insecteneters en ze hebben scherpe tanden om insecten met een hard chitinepantser te kunnen opeten.

    Zowel de laatvliegers als de gewone dwergvleermuizen gaven een prachtige show weg. Onze detectoren sloegen flink uit terwijl de vleermuizen hoog en laag vlogen, scherpe bochten maakten en lange rechte stukken aflegden langs de bomenrijen. Het mooie van zo’n gevarieerd landschap is dat er altijd wel een geschikte plek is voor vleermuizen om comfortabel te jagen.

    Ook onze zelfgemaakte detectoren deden het goed — de rode ledjes lichtten op en de microfoons maakten het kenmerkende tik, tik, tik, tik-geluid. Iedereen heeft vleermuizen gezien én gehoord, en dat ondanks de regen overdag.

    Eind augustus keren we nog een keer terug naar Tamaring in Ruurlo, dan voor de Europese Nacht van de Vleermuis. Tot dan!

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Joeke, Erika, Judith

  • Vleermuis en Nachtvlinders

    Hierbij een mooie weergave van de nachtvlinders die wij tijdens onze nachtvlindernacht (13 juli) hebben waargenomen:

    1. Schildstipspanner
    2. Grootvlekstippelmot
    3. Aangebrande spanner
    4. Kleine beer
    5. Stro-uiltjes
    6. Graswortelvlinder (aan de appelmoes-kersenlikeurmix)
    7. Schimmelspanner of vierbandspanner – zie foto 16
    8. Eikentopspinselmot
    9. Hemelsleutelstippelmot
    10. V-dwergspanner of papegaaitje? Wie het weet, mag het zeggen
    11. Drietandvlakjesmot
    12. Bleke graswortelmot
    13. Rondvleugelbeertje
    14. Parelmoermot
    15. Gelijnde spitskopmot
    16. Schimmelspanner of vierbandspanner – zie foto 7
    17. Strooiselmot
    18. Salielichtmot

    Andere soorten die we ook zagen, maar die helaas niet lang genoeg stilzaten om te fotograferen, waren de huismoeder en het vaal kokerbeertje.

    Thijs

  • NEM-VTT Rietmolen – Needse Berg

    Wie heeft deze auto zien rijden op vrijdagavond 18 juli?
    Het ging om een rode Renault Twingo met drie mysterieuze inzittenden. Op de ruit zat een sticker met een vleermuis en bordjes met teksten als “25 km/uur max” of “Vleermuisonderzoek”. De auto reed langzaam door het buitengebied van de gemeente Berkelland, terwijl de inzittenden druk in overleg waren over allerlei vleermuisgerelateerde zaken.

    Er stak ook een vreemd apparaat uit het bijrijdersraam – bedoeld om vleermuisgeluiden op te nemen, die later op de computer worden geanalyseerd. Heeft u hen gezien? Geen zorgen: zij zijn u vriendelijk gezind, net als de vleermuizen waar ze naar op zoek zijn.

    Dit ‘rondjes rijden’ maakt deel uit van een van de vele meetprogramma’s van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), uitgevoerd door de Zoogdiervereniging. Voor vleermuizen bestaan er drie van deze programma’s: de zoldertellingen (zie: Zoldertellingen), wintertellingen (waar wij niet aan meedoen), en de Vleermuis Traject Tellingen (VTT), oftewel het ‘rondjes rijden’.

    Bij de VTT ligt de focus op vier specifieke soorten, de zogenoemde doelsoorten:

    • gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
    • ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
    • rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
    • laatvlieger (Eptesicus serotinus)

    In het najaar worden de gegevens geanalyseerd en doorgegeven aan het CBS. Zij gebruiken deze data om verspreidings- en populatietrends van de vier doelsoorten te bepalen. Om betrouwbare trends te kunnen waarnemen, moeten meerdere jaren achter elkaar op een vergelijkbare manier gegevens worden verzameld. Zo kunnen eventuele toe- of afnames in de populatiegrootte worden vastgesteld. Dit is inmiddels het derde jaar dat wij als Vleermuizendorp Neede hieraan meewerken.

    En letten we alleen op vleermuizen?
    Zeker niet! Afgelopen vrijdag zagen we bijvoorbeeld ook een haas en een steenuil in het licht van onze koplampen. Wat zullen we de volgende keer tegenkomen?

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Judith

  • Nachtvlinderen in ’t Woold

    Wat eind mei niet lukte, lukte midden juli wel: het organiseren van een nachtvlindernacht. Nachtvlinders voor een vleermuisstichting – is dat niet een beetje vreemd? Helemaal niet! De liefde voor een (mops)vleermuis gaat tenslotte via zijn maag. En een mopsvleermuis is een echte liefhebber van allerlei vlindersoorten.

    We waren terug in ’t Woold, op dezelfde locatie waar we afgelopen winter tevergeefs hebben gezocht naar de mopsvleermuis. Om 22.00 uur zaten we paraat om te luisteren naar de ervaringen van Anita. Zij doet mee aan het BIMAG-project van onder andere De Vlinderstichting. BIMAG staat voor Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied. Over dit project is het volgende te lezen:

    Het doel van BIMAG is tweeledig. Door vaste meetpunten in het agrarisch gebied op te zetten en op gestandaardiseerde wijze vlinders te tellen, krijgen we beter zicht op de ontwikkeling van de vlinderstand in het agrarisch gebied. Daarnaast monitoren de deelnemers nachtvlinders op het erf, op intensief beheerde percelen en op locaties met een natuurmaatregel, waardoor we een beter beeld krijgen van de effectiviteit van genomen maatregelen.

    Voor meer informatie, zie: https://www.vlinderstichting.nl/bimag/

    Na het enthousiaste verhaal van Anita begon het heen-en-weer lopen, al dan niet met een kopje koffie in de hand. We liepen tussen een verlicht laken, een LED-emmer en een stroopmengsel. Dit leverde waarnemingen op van onder andere het goudoogje, de salielichtmot, de aangebrande spanner, het papegaaitje en – met de mooiste naam van de avond – de gelijnde spitskopmot.

    Maar terug naar de mopsvleermuis en zijn jachttechniek. Vleermuizen hebben verschillende methoden om insecten te vangen. Zo zijn er vleermuizen die insecten van het wateroppervlak oppakken, anderen vangen ze in de lucht (in het Engels: hawking), en weer anderen plukken ze van bladeren (gleaning). Dit verschil in jachttechniek draagt bij aan de diversiteit van vleermuissoorten die hier voorkomen.

    Van de mopsvleermuis wordt gedacht dat hij een hawking-vleermuis is, waardoor vliegende nachtvlinders belangrijk zijn – voor hem én voor ons. Dit is vooral in de herfst van belang, wanneer vlinders door wind, vocht en kou meer op bladeren zitten en dus minder goed beschikbaar zijn als prooi voor de mops.

    Onze nachtvlinderavond vond echter plaats bij een heerlijke temperatuur, met weinig tot geen wind en zonder regen. En het is tenslotte juli! Als laatste opmerking: veel nachtvlinders worden pas laat in de nacht actief. Onze activiteit liep echter rond middernacht ten einde. Dus… wie weet wat er daarna nog allemaal heeft rondgevlogen?

    Tekst: Kevin
    Foto’s: Nelleke & Pieter & Joeke & Hillie

  • Avondbezoek aan Arnhem

    Vanaf 15 juli is het weer zover: we mogen de kerkzolders op om op zoek te gaan naar vleermuizen. Dit jaar bezoeken we kerken in Neede, Zieuwent, Beltrum en Groenlo. Natuurlijk hopen we stiekem op een ontmoeting met bijzondere soorten zoals de grijze grootoorvleermuis of de ingekorven vleermuis – dat zou een ervaring om nooit te vergeten zijn! Maar realistisch gezien is die kans klein, want deze soorten komen normaal gesproken voor ten zuiden van ons werkgebied. Toch groeit de kans langzaam door de opwarming van het klimaat. Is dat een vleugje “Always look on the bright side of life”?

    Voorlopig moeten we het waarschijnlijk doen met laatvliegers, gewone grootoorvleermuizen, baardvleermuizen of dwergvleermuizen. Vorig jaar troffen we alleen de gewone grootoorvleermuis aan – een bescheiden begin, maar we waren tevreden.

    Zoldertellingen zijn belangrijk, juist omdat sommige soorten lastig te detecteren zijn met batdetectors. Vleermuizen jagen met behulp van echolocatie: ze zenden geluiden uit en luisteren naar de weerkaatsing om hun prooien op te sporen. Sommige vleermuizen “roepen” luid, anderen “fluisteren”. Het zijn die fluisteraars die we hopen tegen te komen op de zolders die we onderzoeken.

    Maar waarom helemaal naar Arnhem? We waren daar voor een opfrisavond én om collega-tellers te ontmoeten – en beide doelen hebben we ruimschoots behaald. We werden bijgepraat over onder andere het invoerportaal, de rol van onze telleider (verbeeldden we ons dat hij wat bleekjes werd?), verzekeringen, veiligheid en het verdere gebruik van de verzamelde gegevens. En met de collega’s? Handen geschud, koffie gedronken, telefoonnummers uitgewisseld – kortom: een geslaagde avond.

    Trouwens, een autorit heen en weer naar Arnhem biedt ook de perfecte gelegenheid om de “vleermuisbanden” weer eens flink aan te halen!

    Tekst: Kevin
    Foto: Hillie

  • Vleermuizen tijdens Pinksteren in Ruurlo

    Op deze avond was Hillie de spreker, waren er 3 gidsen: Hillie, Kevin en Erika, bijgestaan door vrijwilligers Els, Nelleke en Joeke.

    Het was kil weer, en dus niet bepaald ideaal voor het spotten van vleermuizen, maar ja, de campingbewoners die hadden ingetekend, rekenden natuurlijk op onze komst, ons verhaal en op het zien van vleermuizen!!

    De opkomst was goed (34 personen, wo. 9 kinderen. Hillie deed het woord, bijgestaan door de foto’s en film van een vleermuizenprogramma. Heel knap (van die ons onbekende filmer/fotograaf) om dat zo mooi op de film te krijgen, want het is niet bepaald makkelijk om vleermuizen goed te zien: in het bijna donker, en ze zijn razendsnel.

    De beelden die Hillie liet zien, zijn heel instructief: je ziet hoe verschillend ze zijn van grootte: miniem, passend in één hand, tot aan vliegende hond = de grootste. Allebei niet hier in Nederland trouwens. We leerden hoe de voortplanting gaat, ook interessant: het vrouwtje bewaart de zaadjes va het mannetje in een zakje in haar lijf tot een geschikt moment om haar eitjes te bevruchten .

    Alleen vrouwtjes zorgen voor de jongen. Ze zogen hun jongen: het zijn immers zoogdieren! Als de moeder moet jagen, vertrouwt ze haar jongen toe aan een ander vrouwtje van de kraamkolonie die alleen uit vrouwtjes bestaat. Ze kruipen dicht tegen elkaar en houden elkaar zo lekker warm. Kinderherkenning gebeurt door geur. De jongen zijn autonoom vanaf zes weken voor bepaalde soorten, of ongeveer vier maanden voor andere. Als er gevaar dreigt neemt het vrouwtje haar jongen mee: ze houden zich vast aan haar tepel terwijl ze door de lucht gaan en een veilig onderkomen zoeken.

    De campinggasten zaten geboeid te luisteren en een aantal kinderen hadden veel vragen. Ze zijn de vleermuizen vast meer gaan waarderen door meer te leren over deze bijzondere handvleugelige zoogdieren!!

    Het was zover: We verdeelden de groep in drieën en gingen naar buiten, een heldere koude nacht, en omdat het bijna de langste dag is, is het ook laat met schemeren. Gelukkig was het droog en was de kans groot dat we in ieder geval enkele exemplaren zouden zien.

    De kinderen kregen allemaal een bat-detector in hun hand en leerden omgaan met de knoppen. De knetterende geluidjes waren er al, maar dan is het nog de kunst om ze ook echt te zien vliegen: daarvoor moet je echt snel naar boven kijken anders zijn ze al voorbijgevlogen!!!!!!!

    Iedereen was  tevreden, want dat is gelukt! We hebben ze zien vliegen!! Tijd om naar huis te gaan maar eerst mochten we even proeven van het overheerlijke softijs van Jan en Wenda, onder het toeziend oog van een wezel buizerd en vos.

    Tekst: Els & Nelleke

    Foto’s: Hillie & Els & Nelleke

  • Onze vleermuistelling

    De jaarlijkse vleermuistelling viel dit jaar samen met onze nachtvlindernacht. Beide activiteiten zijn sterk afhankelijk van mooi weer om succesvol te zijn — en laat dat nou net ontbreken. Het was fris (ongeveer 10 °C), het waaide en er viel motregen. Allemaal omstandigheden waar zowel vleermuizen als nachtvlinders liever ver van blijven.

    Vleermuizen eten insecten, en die vliegen minder bij dit soort weer. Bovendien wordt de vacht van vleermuizen nat van de regen, waardoor hun energiebehoefte stijgt om warm te blijven. Daarbij worden ze zwaarder en minder wendbaar, wat het vangen van insecten bemoeilijkt. Kortom: voldoende redenen voor vleermuizen om ergens droog en warm de nacht door te brengen.

    Onze vrijwilligster ter plaatse gaf aan dat ze de afgelopen twee nachten geen vleermuizen had gezien, ondanks gericht zoeken. Een slecht teken — of toch niet?

    Midden mei is kraamtijd. De jongen zijn (of worden) dan geboren en hebben moedermelk nodig. Daardoor kan een moeder het zich niet veroorloven om nachtenlang niet te jagen. Niet jagen betekent niet eten, en dat leidt tot een verminderde melkproductie — met hongerige jongen als gevolg. Dus na een paar nachten uit beeld te zijn geweest, móésten ze er vannacht wel op uit.

    Rond zonsondergang vertrokken we, met weinig hoop op succes. Gelukkig bleken onze sombere verwachtingen ongegrond. We waren met tien mensen en liepen met drie soorten vleermuisdetectoren. En laat nou net de oudste detector in ons bezit als eerste beginnen te ratelen! Dat was ‘m: de gewone dwergvleermuis. Al snel zagen we hem hoog tussen de bomen vliegen. Ook de andere detectoren produceerden spoedig de ons bekende vleermuisgeluiden.

    Toen bewees de Teensy Bat zijn meerwaarde. Het zichtbaar maken van sonogrammen tilde de waarnemingen naar een hoger niveau. Latijnse namen, specifieke frequenties en termen als “hockey stick” vlogen ons om de oren.

    Conclusie: een geslaagde avond, waarbij onze sombere verwachtingen gelukkig niet uitkwamen.
    En de nachtvlinders? Daar plannen we alweer een nieuwe avond voor!

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Hillie

  • Voor ieder met een hart voor natuur

    De zon gaat onder, de omgeving verliest zijn kleur en vogels zoeken hun rustplekjes op.

    Enthousiaste kreten om ons heen: “Daar, daar!” en de detectoren ratelen en de lampjes branden op de kinderdetectoren. De Gewone dwergvleermuis fladdert boven ons hoofd en als de schemering inzet laat ook de Laatvlieger zich zien.

    We zijn op een camping en hebben de kinderen en hun ouders veel verteld over de vleermuizen. De eerste vraag die wij aan het publiek stellen is veelal: “Wie van jullie heeft de vleermuis als lievelingsdier?” Niemand is enthousiast, het zijn de gidsen die de arm opsteken, maar het publiek niet. Ze vinden ze eng, ze drinken bloed, ze vliegen in je haar. Maar later als we naar buiten gaan en deze prachtige dieren zien vliegen willen ze allemaal een detector en vinden ze de vleermuizen prachtig.

    We doen dit vaak, vorig jaar tussen april en eind oktober hebben we vijfentwintig keer een excursie op een camping verzorgd.  Daarnaast hebben wij viermaal een avondvullende lezing gegeven. Met ons verhaal hebben we vorig jaar 900 mensen bereikt. Nu in 2025 staat de teller inmiddels op meer dan 300 mensen.

    De vleermuis staat op de kaart!

    Onze werkgroep bestaat uit zo’n twaalf enthousiaste leden. En je kunt niet anders dan enthousiast worden als je over de bijzonderheden van deze dieren hoort vertellen. Want welk zoogdier is echt baas in eigen buik? En welk zoogdier paart zoals de vogels? Daar wil je toch meer over weten!

    Ook de vleermuis heeft te lijden onder de teruggang van het aantal insecten en ook van het genadeloos vol spuiten van de spouwmuren in de tijd dat daar een kraamkolonie is gevestigd. Daarom monitoren wij als vleermuizenwerkgroep voor de Zoogdiervereniging de vleermuizenstand in onze regio. Dit doen we met Transecttellingen. De routes (drie) daarvan zijn door de Zoogdiervereniging vastgesteld.  Na zonsondergang rijden we met een gangetje van zo’n twintig kilometer per uur het traject af gewapend met een detector die uit het raam uit steekt. De routes rijden we twee keer in de periode van half juli tot eind augustus. De data van de detector analyseren we en sturen dan de gegevens naar de zoogdierverening. Ook de terugkoppeling is leuk, want dan horen we hoeveel we er goed hadden en horen we welke andere soorten ook verstopt zaten in de opnames. Dit keer hebben we niet alleen het geluid van de Gewone dwergvleermuis en de Laatvlieger, opgenomen, maar ook de roep van de Rosse vleermuis, de Ruige dwerg, de Bosvleermuis en de Tweekleurige vleermuis. En de Gewone grootoorvleermuis.

    Ook monitoren wij de vleermuizenstand op kerkzolders. Zo kropen wij rond op de zolders van de prachtige Sint-Werenfriduskerk in Zieuwent, de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Beltrum, de Sint Calixtusbasiliek in Groenlo en de Grote Kerk in Neede. Als toetje van het kerkzolderseizoen kropen wij rond op zolder van de Mariahoeve in Neede. We vonden in de kerken de Gewone grootoorvleermuis en heel veel vleermuizenuitwerpselen zodat de aanwezigheid kon worden vastgesteld.

    Kortom wij, Stichting Vleermuizendorp Neede, hadden een fantastisch jaar (2024) en zien uit naar het nieuwe seizoen die inmiddels volop aan de gang is. Wil je meer weten? Wil je meedoen? Je bent van harte welkom.  Zoek daarvoor contact met ons via www.vleermuizendorp.nl

    Hillie van de Peppel

    IVN natuurgids/vleermuizengids