Categorie: Uncategorized

  • Nachtvlinderen in ’t Woold

    Wat eind mei niet lukte, lukte midden juli wel: het organiseren van een nachtvlindernacht. Nachtvlinders voor een vleermuisstichting – is dat niet een beetje vreemd? Helemaal niet! De liefde voor een (mops)vleermuis gaat tenslotte via zijn maag. En een mopsvleermuis is een echte liefhebber van allerlei vlindersoorten.

    We waren terug in ’t Woold, op dezelfde locatie waar we afgelopen winter tevergeefs hebben gezocht naar de mopsvleermuis. Om 22.00 uur zaten we paraat om te luisteren naar de ervaringen van Anita. Zij doet mee aan het BIMAG-project van onder andere De Vlinderstichting. BIMAG staat voor Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied. Over dit project is het volgende te lezen:

    Het doel van BIMAG is tweeledig. Door vaste meetpunten in het agrarisch gebied op te zetten en op gestandaardiseerde wijze vlinders te tellen, krijgen we beter zicht op de ontwikkeling van de vlinderstand in het agrarisch gebied. Daarnaast monitoren de deelnemers nachtvlinders op het erf, op intensief beheerde percelen en op locaties met een natuurmaatregel, waardoor we een beter beeld krijgen van de effectiviteit van genomen maatregelen.

    Voor meer informatie, zie: https://www.vlinderstichting.nl/bimag/

    Na het enthousiaste verhaal van Anita begon het heen-en-weer lopen, al dan niet met een kopje koffie in de hand. We liepen tussen een verlicht laken, een LED-emmer en een stroopmengsel. Dit leverde waarnemingen op van onder andere het goudoogje, de salielichtmot, de aangebrande spanner, het papegaaitje en – met de mooiste naam van de avond – de gelijnde spitskopmot.

    Maar terug naar de mopsvleermuis en zijn jachttechniek. Vleermuizen hebben verschillende methoden om insecten te vangen. Zo zijn er vleermuizen die insecten van het wateroppervlak oppakken, anderen vangen ze in de lucht (in het Engels: hawking), en weer anderen plukken ze van bladeren (gleaning). Dit verschil in jachttechniek draagt bij aan de diversiteit van vleermuissoorten die hier voorkomen.

    Van de mopsvleermuis wordt gedacht dat hij een hawking-vleermuis is, waardoor vliegende nachtvlinders belangrijk zijn – voor hem én voor ons. Dit is vooral in de herfst van belang, wanneer vlinders door wind, vocht en kou meer op bladeren zitten en dus minder goed beschikbaar zijn als prooi voor de mops.

    Onze nachtvlinderavond vond echter plaats bij een heerlijke temperatuur, met weinig tot geen wind en zonder regen. En het is tenslotte juli! Als laatste opmerking: veel nachtvlinders worden pas laat in de nacht actief. Onze activiteit liep echter rond middernacht ten einde. Dus… wie weet wat er daarna nog allemaal heeft rondgevlogen?

    Tekst: Kevin
    Foto’s: Nelleke & Pieter & Joeke & Hillie

  • Avondbezoek aan Arnhem

    Vanaf 15 juli is het weer zover: we mogen de kerkzolders op om op zoek te gaan naar vleermuizen. Dit jaar bezoeken we kerken in Neede, Zieuwent, Beltrum en Groenlo. Natuurlijk hopen we stiekem op een ontmoeting met bijzondere soorten zoals de grijze grootoorvleermuis of de ingekorven vleermuis – dat zou een ervaring om nooit te vergeten zijn! Maar realistisch gezien is die kans klein, want deze soorten komen normaal gesproken voor ten zuiden van ons werkgebied. Toch groeit de kans langzaam door de opwarming van het klimaat. Is dat een vleugje “Always look on the bright side of life”?

    Voorlopig moeten we het waarschijnlijk doen met laatvliegers, gewone grootoorvleermuizen, baardvleermuizen of dwergvleermuizen. Vorig jaar troffen we alleen de gewone grootoorvleermuis aan – een bescheiden begin, maar we waren tevreden.

    Zoldertellingen zijn belangrijk, juist omdat sommige soorten lastig te detecteren zijn met batdetectors. Vleermuizen jagen met behulp van echolocatie: ze zenden geluiden uit en luisteren naar de weerkaatsing om hun prooien op te sporen. Sommige vleermuizen “roepen” luid, anderen “fluisteren”. Het zijn die fluisteraars die we hopen tegen te komen op de zolders die we onderzoeken.

    Maar waarom helemaal naar Arnhem? We waren daar voor een opfrisavond én om collega-tellers te ontmoeten – en beide doelen hebben we ruimschoots behaald. We werden bijgepraat over onder andere het invoerportaal, de rol van onze telleider (verbeeldden we ons dat hij wat bleekjes werd?), verzekeringen, veiligheid en het verdere gebruik van de verzamelde gegevens. En met de collega’s? Handen geschud, koffie gedronken, telefoonnummers uitgewisseld – kortom: een geslaagde avond.

    Trouwens, een autorit heen en weer naar Arnhem biedt ook de perfecte gelegenheid om de “vleermuisbanden” weer eens flink aan te halen!

    Tekst: Kevin
    Foto: Hillie

  • Vleermuizen tijdens Pinksteren in Ruurlo

    Op deze avond was Hillie de spreker, waren er 3 gidsen: Hillie, Kevin en Erika, bijgestaan door vrijwilligers Els, Nelleke en Joeke.

    Het was kil weer, en dus niet bepaald ideaal voor het spotten van vleermuizen, maar ja, de campingbewoners die hadden ingetekend, rekenden natuurlijk op onze komst, ons verhaal en op het zien van vleermuizen!!

    De opkomst was goed (34 personen, wo. 9 kinderen. Hillie deed het woord, bijgestaan door de foto’s en film van een vleermuizenprogramma. Heel knap (van die ons onbekende filmer/fotograaf) om dat zo mooi op de film te krijgen, want het is niet bepaald makkelijk om vleermuizen goed te zien: in het bijna donker, en ze zijn razendsnel.

    De beelden die Hillie liet zien, zijn heel instructief: je ziet hoe verschillend ze zijn van grootte: miniem, passend in één hand, tot aan vliegende hond = de grootste. Allebei niet hier in Nederland trouwens. We leerden hoe de voortplanting gaat, ook interessant: het vrouwtje bewaart de zaadjes va het mannetje in een zakje in haar lijf tot een geschikt moment om haar eitjes te bevruchten .

    Alleen vrouwtjes zorgen voor de jongen. Ze zogen hun jongen: het zijn immers zoogdieren! Als de moeder moet jagen, vertrouwt ze haar jongen toe aan een ander vrouwtje van de kraamkolonie die alleen uit vrouwtjes bestaat. Ze kruipen dicht tegen elkaar en houden elkaar zo lekker warm. Kinderherkenning gebeurt door geur. De jongen zijn autonoom vanaf zes weken voor bepaalde soorten, of ongeveer vier maanden voor andere. Als er gevaar dreigt neemt het vrouwtje haar jongen mee: ze houden zich vast aan haar tepel terwijl ze door de lucht gaan en een veilig onderkomen zoeken.

    De campinggasten zaten geboeid te luisteren en een aantal kinderen hadden veel vragen. Ze zijn de vleermuizen vast meer gaan waarderen door meer te leren over deze bijzondere handvleugelige zoogdieren!!

    Het was zover: We verdeelden de groep in drieën en gingen naar buiten, een heldere koude nacht, en omdat het bijna de langste dag is, is het ook laat met schemeren. Gelukkig was het droog en was de kans groot dat we in ieder geval enkele exemplaren zouden zien.

    De kinderen kregen allemaal een bat-detector in hun hand en leerden omgaan met de knoppen. De knetterende geluidjes waren er al, maar dan is het nog de kunst om ze ook echt te zien vliegen: daarvoor moet je echt snel naar boven kijken anders zijn ze al voorbijgevlogen!!!!!!!

    Iedereen was  tevreden, want dat is gelukt! We hebben ze zien vliegen!! Tijd om naar huis te gaan maar eerst mochten we even proeven van het overheerlijke softijs van Jan en Wenda, onder het toeziend oog van een wezel buizerd en vos.

    Tekst: Els & Nelleke

    Foto’s: Hillie & Els & Nelleke

  • Onze vleermuistelling

    De jaarlijkse vleermuistelling viel dit jaar samen met onze nachtvlindernacht. Beide activiteiten zijn sterk afhankelijk van mooi weer om succesvol te zijn — en laat dat nou net ontbreken. Het was fris (ongeveer 10 °C), het waaide en er viel motregen. Allemaal omstandigheden waar zowel vleermuizen als nachtvlinders liever ver van blijven.

    Vleermuizen eten insecten, en die vliegen minder bij dit soort weer. Bovendien wordt de vacht van vleermuizen nat van de regen, waardoor hun energiebehoefte stijgt om warm te blijven. Daarbij worden ze zwaarder en minder wendbaar, wat het vangen van insecten bemoeilijkt. Kortom: voldoende redenen voor vleermuizen om ergens droog en warm de nacht door te brengen.

    Onze vrijwilligster ter plaatse gaf aan dat ze de afgelopen twee nachten geen vleermuizen had gezien, ondanks gericht zoeken. Een slecht teken — of toch niet?

    Midden mei is kraamtijd. De jongen zijn (of worden) dan geboren en hebben moedermelk nodig. Daardoor kan een moeder het zich niet veroorloven om nachtenlang niet te jagen. Niet jagen betekent niet eten, en dat leidt tot een verminderde melkproductie — met hongerige jongen als gevolg. Dus na een paar nachten uit beeld te zijn geweest, móésten ze er vannacht wel op uit.

    Rond zonsondergang vertrokken we, met weinig hoop op succes. Gelukkig bleken onze sombere verwachtingen ongegrond. We waren met tien mensen en liepen met drie soorten vleermuisdetectoren. En laat nou net de oudste detector in ons bezit als eerste beginnen te ratelen! Dat was ‘m: de gewone dwergvleermuis. Al snel zagen we hem hoog tussen de bomen vliegen. Ook de andere detectoren produceerden spoedig de ons bekende vleermuisgeluiden.

    Toen bewees de Teensy Bat zijn meerwaarde. Het zichtbaar maken van sonogrammen tilde de waarnemingen naar een hoger niveau. Latijnse namen, specifieke frequenties en termen als “hockey stick” vlogen ons om de oren.

    Conclusie: een geslaagde avond, waarbij onze sombere verwachtingen gelukkig niet uitkwamen.
    En de nachtvlinders? Daar plannen we alweer een nieuwe avond voor!

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Hillie

  • Voor ieder met een hart voor natuur

    De zon gaat onder, de omgeving verliest zijn kleur en vogels zoeken hun rustplekjes op.

    Enthousiaste kreten om ons heen: “Daar, daar!” en de detectoren ratelen en de lampjes branden op de kinderdetectoren. De Gewone dwergvleermuis fladdert boven ons hoofd en als de schemering inzet laat ook de Laatvlieger zich zien.

    We zijn op een camping en hebben de kinderen en hun ouders veel verteld over de vleermuizen. De eerste vraag die wij aan het publiek stellen is veelal: “Wie van jullie heeft de vleermuis als lievelingsdier?” Niemand is enthousiast, het zijn de gidsen die de arm opsteken, maar het publiek niet. Ze vinden ze eng, ze drinken bloed, ze vliegen in je haar. Maar later als we naar buiten gaan en deze prachtige dieren zien vliegen willen ze allemaal een detector en vinden ze de vleermuizen prachtig.

    We doen dit vaak, vorig jaar tussen april en eind oktober hebben we vijfentwintig keer een excursie op een camping verzorgd.  Daarnaast hebben wij viermaal een avondvullende lezing gegeven. Met ons verhaal hebben we vorig jaar 900 mensen bereikt. Nu in 2025 staat de teller inmiddels op meer dan 300 mensen.

    De vleermuis staat op de kaart!

    Onze werkgroep bestaat uit zo’n twaalf enthousiaste leden. En je kunt niet anders dan enthousiast worden als je over de bijzonderheden van deze dieren hoort vertellen. Want welk zoogdier is echt baas in eigen buik? En welk zoogdier paart zoals de vogels? Daar wil je toch meer over weten!

    Ook de vleermuis heeft te lijden onder de teruggang van het aantal insecten en ook van het genadeloos vol spuiten van de spouwmuren in de tijd dat daar een kraamkolonie is gevestigd. Daarom monitoren wij als vleermuizenwerkgroep voor de Zoogdiervereniging de vleermuizenstand in onze regio. Dit doen we met Transecttellingen. De routes (drie) daarvan zijn door de Zoogdiervereniging vastgesteld.  Na zonsondergang rijden we met een gangetje van zo’n twintig kilometer per uur het traject af gewapend met een detector die uit het raam uit steekt. De routes rijden we twee keer in de periode van half juli tot eind augustus. De data van de detector analyseren we en sturen dan de gegevens naar de zoogdierverening. Ook de terugkoppeling is leuk, want dan horen we hoeveel we er goed hadden en horen we welke andere soorten ook verstopt zaten in de opnames. Dit keer hebben we niet alleen het geluid van de Gewone dwergvleermuis en de Laatvlieger, opgenomen, maar ook de roep van de Rosse vleermuis, de Ruige dwerg, de Bosvleermuis en de Tweekleurige vleermuis. En de Gewone grootoorvleermuis.

    Ook monitoren wij de vleermuizenstand op kerkzolders. Zo kropen wij rond op de zolders van de prachtige Sint-Werenfriduskerk in Zieuwent, de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Beltrum, de Sint Calixtusbasiliek in Groenlo en de Grote Kerk in Neede. Als toetje van het kerkzolderseizoen kropen wij rond op zolder van de Mariahoeve in Neede. We vonden in de kerken de Gewone grootoorvleermuis en heel veel vleermuizenuitwerpselen zodat de aanwezigheid kon worden vastgesteld.

    Kortom wij, Stichting Vleermuizendorp Neede, hadden een fantastisch jaar (2024) en zien uit naar het nieuwe seizoen die inmiddels volop aan de gang is. Wil je meer weten? Wil je meedoen? Je bent van harte welkom.  Zoek daarvoor contact met ons via www.vleermuizendorp.nl

    Hillie van de Peppel

    IVN natuurgids/vleermuizengids

  • Het was frisjes in Ruurlo

    Na een week van prachtig weer was het vandaag ineens een stuk frisser. Dat is nou precies waar vleermuizen niet van houden. En als het dan ook nog waait, wordt de kans om vleermuizen te zien wel erg klein.

    Maar hoe komt dat eigenlijk? Simpel: bij fris weer vliegen er minder insecten rond. En zonder insecten, geen vleermuizen. Als het daarnaast ook nog waait, verdwijnen de insecten helemaal uit beeld – en de vleermuizen dus ook. Dit was het gesprek onderweg naar Camping Tamaring, waar we ons in de auto al afvroegen of de avond wel zou slagen.

    Om 20.30 uur begonnen we met de presentatie, die uiteraard interactief was. De kinderen mochten naar voren komen om de juiste vleermuis op het scherm aan te wijzen. Er was er namelijk maar één met ogen zichtbaar. En zoals elke zichzelf respecterende vleermuisdeskundige weet: vleermuizen hebben twee ogen, en die gebruiken ze vaker dan je denkt.

    Terwijl de kinderen hun best deden om echolocatie onder de knie te krijgen, kwamen ook enkele volwassenen (op geheel ‘vrijwillige’ basis) naar voren. Zij mochten laten zien hoeveel vleermuissoorten ze bij naam kenden.

    Om 21.00 uur gingen we naar buiten. Door de bewolking was het al flink schemerig. We hadden eigenlijk nog wel even binnen kunnen blijven, want het duurde een minuut of twintig voordat we de eerste vleermuizen hoorden én zagen. Het werd de avond van de Gewone Dwergvleermuis en de Laatvlieger. Ze zoefden boven ons hoofd en, zoals de theorie voorspelt, bleven ze vooral tussen de bomen. Daar is het warmer en hebben zowel de insecten als de vleermuizen minder last van de wind.

    Tijdens de excursie was er volop tijd voor leuke en leerzame weetjes over deze bijzondere zoogdieren. En als afsluiter genoten we van een heerlijk ijsje.

    Hoe hebben wij ooit kunnen twijfelen aan het slagen van de avond?

    Jan, Wenda – hartelijk dank voor jullie goede zorgen! We komen gauw weer terug.

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Hillie

  • Inbouwstenen in Neede

    Als je betrokken bent bij vleermuizen, dan is dat geen bezigheid voor af en toe – je bent er 24/7 mee bezig. Zo ook onlangs bij een van onze vrijwilligers. Tegenover zijn huis stond een gebouw waarin inbouwstenen voor vleermuizen waren opgenomen in de buitenmuur. Een prachtig initiatief dat wij als Stichting Vleermuizendorp Neede van harte ondersteunen.

    Inbouwstenen bestaan in verschillende maten, vormen en met uiteenlopende invliegopeningen. Dankzij deze variatie zijn ze geschikt voor een scala aan vleermuissoorten, zoals de gewone, de kleine en de ruige dwergvleermuis. Maar ook een bijzondere soort als de tweekleurige vleermuis verblijft graag enige tijd in een inbouwsteen. Deze stenen kunnen verschillende functies vervullen: als zomerverblijf, paarverblijf, of – wanneer meerdere kasten naast elkaar geplaatst zijn – zelfs als kraamverblijf. Mei is dé maand van de kraamkolonies, dus als je ’s avonds met de hond buiten loopt, vergeet dan niet om even omhoog te kijken.

    Onze vrijwilliger hield de inbouwstenen al enkele maanden in de gaten. Nu deed zich een uitgelezen kans voor om te kijken of ze bezet waren. Hij liet er zelfs zijn koffie koud voor worden. Hij stapte af op de aanwezige medewerker van Raanhuis Bouw, Erik, met de vraag of hij de kasten wilde inspecteren op de aanwezigheid van vleermuizen. Zo gezegd, zo gedaan – en hij is nu weer een stukje wijzer. Op dit moment (30 april 2025) blijkt er helaas geen vleermuis in een van de kasten te zitten. De koffie smaakte daarna niet meer, maar dat zal hem er niet van weerhouden om de volgende keer opnieuw actie te ondernemen.

    Dank je wel, Erik, voor het inspecteren van de inbouwstenen!

    Foto’s: Arie

    Tekst: Kevin

  • Op bezoek bij Livio De Werf

    Om 14.30 uur zouden we verzamelen, en om 15.00 uur zou onze presentatie beginnen. Dat was de afspraak. Bij binnenkomst, klokslag 14.30 uur bleek de zaal al vol te zitten met mensen die op ons zaten te wachten. Zeker een nieuwe gewaarwording voor een Saxion-docent, die doorgaans wel iets anders gewend is.

    Het beloofde een boeiende middag te worden – en dat werd het ook. Fabels (“ze vliegen in je haar”), jeugdherinneringen (“ze zaten bij mij achter de luiken”) en voortplantingsstrategieën (opmerkingen die hier niet herhaald zullen worden) werden gedeeld en aangevuld.

    Het werd een lange zit. Precies om 15.00 uur gingen we van start (niet te vroeg, er konden immers nog geïnteresseerden binnenkomen), en net voor 17.00 uur waren we klaar. Tijd om op te ruimen en de voorbereidingen te treffen voor het avondeten.

    We begonnen de middag met een gedicht van Fenna Buter – Vleermoes. Daarna volgde een uitleg over waar de bijnaam “Vleermuzen” voor de inwoners van Neede mogelijk vandaan komt. Hieronder vindt u het gedicht van Fenna. Klik erop om het vergroot weer te geven.

    In het najaar willen we bij schemering naar buiten om vleermuizen echt te zien vliegen!

    Arie, Erika & Kevin

  • Excursie Marveld in April

    Op dinsdag 22 april waren wij, Han, Nelleke en Joeke, als stagiaires en vrijwilliger aanwezig bij de vleermuisexcursie op Marveld Recreatie in Groenlo. Voor twee van ons was het de eerste keer dat we bij zo’n excursie aanwezig waren en staken zo ook nog het nodige op bij de vol enthousiasme door Hillie gegeven presentatie. De zaal was met een kleine 60 deelnemers, waaronder veel kinderen, goed gevuld en er werd met aandacht geluisterd en er was ook een leuke interactie, waarbij ook zeker de jongste aanwezigen aan deelnamen.

    Na al de interessante informatie en leuke weetjes werd het tijd om naar buiten te gaan. Het was mooi rustig en droog weer, dus ideale omstandigheden om de vleermuis te spotten, de gidsen Hillie, Arie en Casper leidden ons naar de plekken waar de meeste kans was om ze te ontdekken.

    Het was nog even wachten voor de vleermuizen zich lieten zien, groot was het enthousiasme toen ineens de detector van de gids geluid begon te maken en ook de inmiddels aan de kinderen uitgedeelde detectoren begonnen al snel te reageren. Verbluffend hoe rap de kinderen door hadden hoe om te gaan met de detector door rustig aan het frequentieknopje te draaien. Gelukkig werd er niet alleen naar de detectoren met de leuk rood knipperende oogjes gekeken, maar ook omhoog naar de voorbij vliegende vleermuizen. Mooi was het om ze in vlucht te zien en hun voor het menselijk gehoor niet waarneembare geluiden via de detectoren toch waar te nemen.

    Ondanks het gunstige weer waren de vleermuizen niet op alle bezochte locaties te ontdekken, met zo’n grote groep deelnemers met ook jonge kinderen blijf je ook niet te lang wachten op één plek, toch werd het enthousiasme van de aanwezigen daar niet door getemperd.

    Het zal mooi zijn wanneer na zo’n excursie weer meer mensen rekening houden met de vleermuis en begrip hebben voor de beschermende maatregelen. Het enthousiasme waarmee de gidsen door de volwassenen maar zeker ook door de kinderen bedankt werden, stemt hoopvol.

    Tekst: Han, Nelleke & Joeke

    Video: Petra

  • 1 stap vooruit, 2 stappen achteruit

    In het buitengebied van Neede ligt een winterverblijf dat wij mogen bezoeken en monitoren. In januari of februari worden de aanwezige vleermuizen geteld; dit jaar vond de telling plaats in midden januari. Het resultaat was niet om over naar huis te schrijven: onze vrijwilligers noteerden één franjestaart en één gewone grootoor. Niet bepaald een aantal om een gat in de lucht van te springen, toch? Hoe kunnen we daar verandering in brengen?

    We arriveerden op een zonnige middag bij het winterverblijf met het idee om de toegangsdeur goed te laten sluiten, om zo een binnenklimaat te creëren waarin vleermuizen zich senang voelen. Samen met wat extra vochtigheid zou dit ervoor moeten zorgen dat het een populaire verblijfplek voor vleermuizen wordt in de winter.

    Het liep echter anders. De muren worden onze prioriteit voor de komende tijd. Een vleermuiskelder moet een stabiel klimaat hebben – dit is essentieel voor vleermuizen om goed de winter door te komen. Om zo’n stabiel klimaat te bereiken, wordt er aarde op en tegen de kelder aangebracht. Maar ja, na zo’n 20 jaar zorgen al die kilo’s aarde ervoor dat de muren bol gaan staan. Ze worden als het ware naar binnen gedrukt, en instortingsgevaar is niet ondenkbaar. Op bepaalde plekken wordt het cement eruit gedrukt of is het al verdwenen. Zie hiervoor de foto’s. Dus onze volgende stap is het zoeken naar iemand met verstand van zaken die ons hiermee kan helpen.

    Terug naar het klimaat. Een geschikt binnenklimaat voor vleermuizen kun je creëren. Maar hoe zit het met het klimaat buiten het winterverblijf? Dat is een stuk lastiger – logisch, toch? Maar waarom is dit belangrijk? Uit onderzoek van Van Zuijlen & Groenendijk (2023) blijkt dat verschillende soorten vleermuizen anders reageren op de buitentemperaturen op het moment dat zij in het winterverblijf verblijven. De temperaturen in de vijf dagen vóór de telling blijken van invloed te zijn op het aantal getelde individuen. Is het relatief warm geweest, dan is de kans kleiner dat je soorten als de gewone grootoor, franjestaart en meervleermuis aantreft. Voor de watervleermuis speelt de buitentemperatuur daarentegen geen rol.

    Onze telling vond plaats op 16 januari 2025. Het resultaat: één franjestaart en één gewone grootoor. Weet iemand nog hoe het weer was in de dagen ervoor?

    Tekst: Kevin
    Foto’s: Pieter

    Literatuur:

    Van Zuijlen, A., Groenendijk, D. (2023), Effects on hibernating bats of ambient temperatures and the characteristics of winter roosts in a dune area. Geraadpleegd op 14 april 2025 van https://www.zoogdiervereniging.nl/sites/default/files/2023-03/lutra_651_van_zuijlen_groenendijk_2022_en.pdf