Na een week van prachtig weer was het vandaag ineens een stuk frisser. Dat is nou precies waar vleermuizen niet van houden. En als het dan ook nog waait, wordt de kans om vleermuizen te zien wel erg klein.
Maar hoe komt dat eigenlijk? Simpel: bij fris weer vliegen er minder insecten rond. En zonder insecten, geen vleermuizen. Als het daarnaast ook nog waait, verdwijnen de insecten helemaal uit beeld – en de vleermuizen dus ook. Dit was het gesprek onderweg naar Camping Tamaring, waar we ons in de auto al afvroegen of de avond wel zou slagen.
Om 20.30 uur begonnen we met de presentatie, die uiteraard interactief was. De kinderen mochten naar voren komen om de juiste vleermuis op het scherm aan te wijzen. Er was er namelijk maar één met ogen zichtbaar. En zoals elke zichzelf respecterende vleermuisdeskundige weet: vleermuizen hebben twee ogen, en die gebruiken ze vaker dan je denkt.
Terwijl de kinderen hun best deden om echolocatie onder de knie te krijgen, kwamen ook enkele volwassenen (op geheel ‘vrijwillige’ basis) naar voren. Zij mochten laten zien hoeveel vleermuissoorten ze bij naam kenden.
Om 21.00 uur gingen we naar buiten. Door de bewolking was het al flink schemerig. We hadden eigenlijk nog wel even binnen kunnen blijven, want het duurde een minuut of twintig voordat we de eerste vleermuizen hoorden én zagen. Het werd de avond van de Gewone Dwergvleermuis en de Laatvlieger. Ze zoefden boven ons hoofd en, zoals de theorie voorspelt, bleven ze vooral tussen de bomen. Daar is het warmer en hebben zowel de insecten als de vleermuizen minder last van de wind.
Tijdens de excursie was er volop tijd voor leuke en leerzame weetjes over deze bijzondere zoogdieren. En als afsluiter genoten we van een heerlijk ijsje.
Hoe hebben wij ooit kunnen twijfelen aan het slagen van de avond?
Jan, Wenda – hartelijk dank voor jullie goede zorgen! We komen gauw weer terug.
Tekst: Kevin
Foto’s: Hillie