Koffie op, hup in de auto’s en naar de eerste locatie waar de kasten hangen. De kasten hangen in groepjes van 5, 10 of 15 bij elkaar, afhankelijk van de grootte van het terrein. Dit maakt dat je ze in een aardig tempo kunt controleren. Helaas werd onze werksnelheid een paar keer onderbroken doordat we verkeerd reden.
De eerste 30 kasten gingen vlot — logisch als ze leeg zijn. Dat stond wel in contrast met de berichten die we via de mail hadden ontvangen. We waren namelijk lekker gemaakt met het nieuws dat er recent verschillende soorten in de kasten waren gevonden.
Rond de veertigste kast was het dan eindelijk raak: er zaten vleermuizen in! Eens wat anders dan de wespen en nachtvlinders die we sporadisch in eerdere kasten tegenkwamen. Een wijsneus meende watervleermuizen te zien, want ze hadden een witte buik. Klinkt aannemelijk, totdat een collega opmerkte dat ze wel heel grote oren hadden. En dat klopte: we keken naar een tiental gewone grootoorvleermuizen. Zij hielden ons ook goed in de gaten.
Het is een beeld dat ik nooit zal vergeten: allerlei snoetjes met kraaloogjes die in de lichtstraal van de zaklamp naar ons staarden en gewillig bleven zitten terwijl we foto’s maakten. Missie geslaagd.
En dat was niet de enige kast die bezet was. We kwamen meerdere kasten tegen met gewone dwergvleermuizen, variërend van één tot vijf individuen. En als afsluiter stuitten we nog op een bosvleermuis… of was het toch een rosse? In ieder geval een Nyctalus.
Wat een dag! Snel door naar een verjaardag, waar iedereen vol begrip had voor het feit dat ik wat aan de late kant was.
Tekst: Kevin
Foto’s: Joeke & Hillie