Er zijn mensen die uren kunnen praten over voetbal of over de laatste modetrend. Nooit iets van begrepen — lijkt mij zó saai! Maar ik moet bekennen: zodra deze zes mensen (zie foto) bij elkaar zijn, gaat het eigenlijk alleen nog maar over vleermuizen. En dat is nooit saai.
Vandaag staat het controleren van 75 vleermuiskasten in het buitengebied van Winterswijk op het programma. Maar voordat we daar aan toe kwamen, was er een urgenter probleem dat besproken moest worden.
Het begon met een gesprek over enkele vleermuizen die verstopt zaten achter de luiken. Waarom zaten ze zo dicht bij elkaar, en waarom met hun kop omhoog? De antwoorden waren voor de meesten van ons onbekend, maar achteraf heel logisch toen Wieneke het ons uitlegde. De reden dat ze zo dicht bij elkaar zaten, was dat het om verschillende soorten ging: een gewone dwergvleermuis en een ruige dwergvleermuis. Twee verschillende soorten, dus geen concurrenten van elkaar.
Maar waarom met hun kop omhoog? Allereerst: het ging om twee mannetjes, en het was begin augustus.
Korte uitleg: mannetjes staan 24 uur per dag “aan”.
En nu de langere uitleg. Begin augustus start de paartijd van bepaalde soorten vleermuizen. Zodra de vrouwtjes geen of weinig zorg meer hebben voor hun jong, verschuift hun aandacht naar volwassen mannetjes. Deze staan paraat om daar gehoor aan te geven. Ze hangen achter de luiken, deels in de zon, want het zijn warmte minnende dieren. Met hun kop omhoog kunnen ze de echolocatiegeluiden van voorbijvliegende dames opvangen en zelf hun lokgeluiden produceren. Zo staan ze startklaar om erachteraan te vliegen zodra dat nodig is.
Het gesprek verschoof vervolgens naar de komende zoldertellingen: Pieter had nieuwe zolders voor ons geregeld, we bespraken de zelfgemaakte detectoren die problemen gaven, en de laatste én komende excursies.
Het beloofde dus een interessante dag te worden — en de koffie met chocolade hadden we nog niet eens op.
En geen voetbal te bekennen 🙂
Wordt vervolgd……
Tekst: Kevin
Foto’s: Joeke & Kevin