
Vleermuizenwandeling centrum Bredevoort
De route wordt hieronder beschreven. Je kunt je ook door de routeapp Komoot laten gidsen. Kopieer daarvoor deze link in je browser.
Je start vanaf Restaurant BERTRAM, ’t Zand 1 Bredevoort; op dit plein stond in de 13e en 14e eeuw de Bredevoortse Burcht (https://www.bredevoort.nu/historie).
Van hieruit loop je richting de markt, naar de St Joriskerk, Markt 3 Bredevoort. https://www.bredevoort.nu/zien-doen/st-joriskerk/ ).Hier kan je de RUIGE DWERGVLEERMUIS spotten.
Je slaat na de St Joriskerk linksaf de Boterstraat in en loopt rechtdoor. Aan de linkerkant verschijnt er een speeltuintje, daarnaast ligt Kruidentuin de Ambtshof. (https://www.bredevoort.nu/groen
Hier is het mogelijk om de GEWONE DWERGVLEERMUIS te spotten.
Je slaat hier rechtsaf, de Ambthuiswal in en je loopt richting de Molen ‘Prins van Oranje’. https://www.bredevoort.nu/ambachten/ . Hier worden de GEWONE GROOTOORVLEERMUIS, de RUIGE DWERGVLEERMUIS en de DWERGVLEERMUIS gespot. (Vleermuiskast)
Vervolgens loop je langs de Molen en sla je het smalle straatje in ‘Achter de Synagoge’ en passeer je de voormalige Synagoge.
Je slaat het straatje ‘het Walletje’ in en je komt uit in de Officier straat . Daarna vervolg je de weg naar de Kerkstraat, waar de oude katholieke kerk staat , de Sint Georgius kerk. Hier wordt de GEWONE GROOTOORVLEERMUIS gespot.
Je loopt de Kerkstraat uit en je komt op een kruising, met aan de overkant Café ’de Swaan. ( https://www.bredevoort.nu/zien-doen/museumcafe-de-zwaan/ .
Dan ga je linksaf de Landstraat in, richting het Vestingpark. https://www.bredevoort.nu/zien-doen/vestingpark-st-bernardus/
Je loopt het Vestingpark in, volgt het Bernardus pad en je kijkt uit op de gracht. Hier komen de volgende vleermuizen voor: de WATERVLEERMUIS; de ROSSE VLEERMUIS; de LAATVLIEGER; de DWERGVLEERMUIS en de BOSVLEERMUIS.
Wanneer je het pad vervolgt, heb je continu een mooi zicht op de gracht! Kan je de Vleermuiskasten vinden? En hoeveel vleermuizen heb je inmiddels geteld bij de Gracht? (vleermuiskasten aangeven).
Vervolgens kan je doorlopen tot het einde van het park en de weg naar rechts nemen. Je komt weer in de Kruittorenstraat uit en je loopt nu langs Stadsbrouwerij de Borghman, ( https://www.bredevoort.nu/zien-doen/stadsbrouwerij-de-borghman/ ‘t Zand 25) in het centrum van Bredevoort.

Vleermuiswandeling naar de Slingeplas
De route wordt hieronder beschreven. Je kunt je ook door de routeapp Komoot laten gidsen. Kopieer daarvoor deze link in je browser.
1.Je start vanaf Restaurant BERTRAM ,’t Zand 1, Bredevoort. https://www.bredevoort.nu/zien-doen/restaurant-bertram/ (Wandelnet Y26).
2. Bij stadsbrouwerij de Borghman https://www.bredevoort.nu/zien-doen/stadsbrouwerij-de-borghman/ sla je linksaf en je vervolgt de weg, ’t Zand.
3. Deze gaat over in de Kruittorenstraat, hier sla je rechtsaf.
4. Je loopt in de richting van ’t Grachthuys, Kruittorenstraat 1 Bredevoort.
5. Bij het Grachthuys ga je rechtsaf, richting de sportvelden.
Bij het Sportpark komt de kleine Dwergvleermuis voor.
6. Vervolgens sla je het voetgangerspad in en kom je uit bij een zandpad. Daar sla je rechtsaf en loop je langs de sportvelden. Het pad vervolgen rechts. Je komt vervolgens uit op een punt waarbij je een heel mooi uitzicht hebt op de Slingeplas! Hier sla je rechtsaf.
Wist je dat:
Je beter vleermuizen kan spotten in de richting van de zonsondergang? Waarom? Omdat de zon ondergaat in het westen en je dan een beter zicht hebt!
Bij Paal Z82 heb je kans om de Rosse Vleermuis te spotten en de Laatvlieger.
7. Bij Paal Z61 sla je linksaf.
8. Bij Paal Y24 ga je rechtdoor. Je loopt nu langs de beek de Schaarsbeek. Hier kan je het wandelpad langs het water volgen en bij het eerste bankje wat je tegenkomt, kan je het pad naar links vervolgen naar het Restaurant ’t Grachthuys. https://www.bredevoort.nu/zien-doen/brasserie-t-grachthuys/ . Bij Paal Y26 sla je rechtsaf en vervolg je de weg naar Restaurant Bertram, ’t Zand 1, waar de wandeling eindigt.

Vindplaatsen van vleermuizen in Bredevoort

Gewone dwergvleermuis (algemeen voorkomend in Bredevoort)
De gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) is de meest algemene vleermuis van Nederland. Ook in Bredevoort is het een veel voorkomende soort. Het is een kleine vleermuis, met een gewicht van 3,5 – 8 gr en naar verhouding vrij lange, smalle vleugels, met een spanwijdte van 18 tot 24 cm. De gewone dwergvleermuis lijkt sterk op de ruige dwergvleermuis.
Gewone dwergvleermuizen jagen in gesloten tot halfopen landschap. Ze jagen relatief snel en wendbaar in een grillige vlucht met veel bochten en lussen en vliegen daarbij op enige afstand (1 tot 8 m) langs de vegetatie. Ze vliegen op een hoogte van gemiddeld 2 tot 5 m, maar soms op wel 15 m. Ze vangen een breed spectrum aan veelal kleinere prooien uit de lucht en pakken dat wat voorhanden is. Ze eten voornamelijk muggen, dansmuggen, schietmotten, maar ook haften, gaasvliegen, nachtvlinders en soms ook kevers.
(Kraam)kolonies zijn vooral in gebouwen, in spouwmuren, achter betimmering en daklijsten, of onder dakpannen gevonden.Ze jagen hoofdzakelijk binnen en straal van 2-5 km van de verblijfplaats.
In de bebouwde kom zijn de baltsvluchten van roepende mannetjes in hun territorium in de herfst gemakkelijk op te sporen.
In het westen van Europa is de gewone dwergvleermuis hoofdzakelijk een standvleermuis. Ze overwinteren meestal op niet meer dan 25 km van het zomergebied.

Gewone grootoorvleermuis (vrij algemeen voorkomend in Bredevoort)
Het opvallendste kenmerk van deze vleermuis zijn de oren van wel 3-4 cm groot. Tijdens de winterslaap plooien ze die oren onder hun vleugels. In Bredevoort is de gewone grootoorvleermuis onder eer gespot rond om de Molen Prins van Oranje Ambacht en de basisschool Bastion.
Het is een middelgrote vleermuis met brede vleugels van ongeeer 24-28 cm, en het gewicht licht tussen de 5 en 12 gram. Ze hebben vrij grote ogen en daarboven zitten wratjes. De vacht is geelbruin tot bruin en de buik is lichter gekleurd. Hij heeft op buik en rug een donkere ondervacht.
De gewone grootoorvleermuis vliegt laat uit, het is een trage, maar behendige vlieger. De vleermuis jaagt het liefst rondom parken, tuinen en gedeeltelijk bos. Meestal jaagt hij dicht bij de grond, staat soms stil in de lucht en schept zijn prooi ook wel van vegetatie af. De echolocatie geluiden zijn zacht en daarom lastig met een batdetector op te vangen. Door zijn grote oren kan hij eventueel ook zonder echolocatie jagen. Hij blijft in de buurt van zijn vaste verblijfplaats (kerken, kelders, spouwmuren en holle bomen). Ze krijgen meestal maar 1 jong. 20 jaar is de maximumleeftijd, meestal worden ze aanzienlijk minder oud.

Laatvlieger (algemeen voorkomend in Bredevoort)
De Laatvlieger heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij later uitvliegt dan andere grote vleermuizen. Rondom Bredevoort en de Slingeplas is hij vooral te zien langs bosranden, lanen, heggen, lantaarnpalen en akkerranden. Hij is herkenbaar aan zijn vlieggedrag, dat langzaam fladderend is, met sterke duiken. Ook is het een grote soort, ongeveer 8 cm groot en een spanwijdte van 32-38 cm. De Laatvlieger is kastanjebruin, de buik is geelbruin gekleurd. Verder heeft hij een zwarte snuit en oren.
De laatvlieger is een gebouwenbewoner, hij schuilt overdag in spouwmuren, kerken, zolders enz. Jaagplekken zijn dichtbij en hij blijft over het algemeen trouw aan zijn gebied. De Laatvlieger jaagt op grotere insecten, zoals motten en meikevers. Over zijn overwintering is weinig bekend, de winterslaap duurt van november tot maart/april. De laatvlieger leeft max. 24 jaar, maar 3 jaar is gebruikelijker. Ze krijgen 1 jong per zwangerschap

Rosse vleermuis (vrij algemeen voorkomend in Bredevoort)
De rosse vleermuis (Nyctalus noctula) is een van de grootste vleermuissoorten van West-Europa, met een gewicht van rond de dertig gram en een spanwijdte van 32-40 cm. De naam houdt verband met de kleur van de vacht, die roodbruin (rossig) is. De vrijwel eenkleurige, korte en dichte haren geven dit dier een fluweelachtig glanzend aanzien. De oren zijn kort en rond en het lichaam is compact, torpedoachtig van vorm.
De rosse vleermuis kan verward worden met twee nauw verwante soorten, namelijk de bosvleermuis en de grote rosse vleermuis.
In Bredevoort kun je de rosse vleermuis vooral aan de rand van het dorp en in het buitengebied aantreffen, bijvoorbeeld in een brede strook rondom de slingeplas. De vlucht van de rosse vleermuis doet enigszins denken aan die van de gierzwaluw: hoog en snel. De vleugels zijn dan ook lang en smal. De afstand tussen dagrustplaats en jachtgebied wordt in de regel in een snelle rechte vlucht afgelegd, op een hoogte van honderd meter of meer. Jachtplaatsen liggen meestal in open terrein, waar met snelle duiken op insecten gejaagd wordt. De rosse vleermuis jaagt vooral boven water en moerassige gebieden en jaagt ook wel bij straatverlichting. De prooien bestaan vaak uit grote kevers en nachtvlinders, maar ook wel uit kleine, in zwermen vliegende dansmuggen. Jachtperioden liggen vooral in de avond- en ochtendschemering, en duren ongeveer een uur. Tussentijds keren de dieren terug naar hun verblijfplaatsen
De rosse vleermuis is in West-Europa een uitgesproken boombewonende soort. Zowel solitaire mannetjes, groepen vrouwtjes met jongen, als dieren in winterslaap gebruiken boomholten als onderkomen.

Watervleermuis (algemeen voorkomend in Bredevoort)
Rondom de Slingeplas en de grachten van Bredevoort is de watervleermuis te vinden. Deze vleermuis heeft een gewicht van 8-15 gram en vrij brede vleugels met een spanwijdte van 20-30 cm. De buikvacht is grijswit en steekt af tegen de donkerbruine rugvacht. De watervleermuis heeft opvallend grote voeten met lange borstelharen, die hij gebruikt om insecten uit het water te scheppen. Eten en drinken doet deze vleermuis vliegend en met een vaartje van 23 km per uur. In een nacht kan de watervleermuis ongeveer tweederde van zijn gewicht aan muggen vangen. Ook eet hij haften, schietmotten en gaasvliegen. De watervleermuis houdt van half open bos en waterrijk landschap en zoekt zijn slaapplaats vaak in holle bomen. De winterslaap houdt hij van september tot maart/april. Soms zijn ze even wakker tussendoor om te paren. Hij verblijft tijdens de winterslaap in grotten, bunkers of kelder. Een watervleermuis kan wel 40 jaar oud worden en krijgt 1 jong per jaar.

Bosvleermuis (zeldzaam in Bredevoort)
De bosvleermuis wordt aangetroffen in de bosrijke gebieden rond het Klooster en bij kleine waterpartijen (grote gracht bv). De bosvleermuis is middelgroot en weegt 13-20 gram. De spanwijdte is 26-32 cm. De vacht is meestal donkerbruin en de buik iets lichter. Deze vleermuis jaagt langs bosranden, boven boomtoppen en op open plekken in het bos, maar ook wel langs grachten en vijvers. Hij heeft smalle, puntige vleugels en is erg wendbaar. Hij jaagt op motten, langpootmuggen, gaasvliegen etc. Overdag leeft jij in boomholtes of vleermuiskasten, vaak in groepjes. Over het wintergedrag is weinig bekend. Ze trekken soms vele honderden kilometers weg.
De paartijd is van julie tot en met september. De mannetjes lokken vrouwtjes met zang en vormen een harem. In juni worden de jongen geboren in kraamkolonies (20-50 vrouwtjes). Mannetjes zijn daar niet welkom. De bosvleermuis wordt maximaal 19 jaar oud, meestal aanzienlijk jonger.

Ruige dwergvleermuis (zeldzaam in Bredevoort)
De ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) is een vrij kleine vleermuis, met een gewicht van 6 – 15,5 gr en een spanwijdte van 23 tot 25 cm. De ruige dwergvleermuis lijkt sterk op de gewone dwergvleermuis.
Ruige dwergvleermuizen jagen in vooral half open bosrijk landschap. Ze jagen in een relatief snelle rechtlijnige vlucht in lange banen, op 2 tot 5 m hoogte, op enige afstand van de vegetatie. Vaak jagen ruige dwergvleermuizen langs bosranden, door lanen, boven open plekken in bos en langs houtwallen. Waterpartijen en beschutte oevers in voedselrijke gebieden vormen een belangrijk aspect van het biotoop. Ze jagen ook graag bij straatlantaarns, maar bebouwing en open gebied zijn minder in trek. Ze vangen insecten uit de lucht. Voor zover bekend zijn vooral dansmuggen van belang. De ruige dwergvleermuis is in Bredevoort niet algemeen, maar is een aantal keren in de dorpskern waargenomen. De trefkans is in het buitengebied waarschijnlijk groter.