Auteur: Neede Bat Village Foundation

  • Grootoor met Stealthmodus

    In Nederland jagen vleermuizen op insecten – dit zal geen verrassing zijn voor lezers van dit bericht. Vleermuizen zenden hoge geluiden uit die worden weerkaatst door de omgeving en op deze wijze verkrijgen ze een beeld van wat er om hen heen gebeurt: wat er vliegt en waar ze niet tegenaan moeten botsen. Dat is essentiële informatie voor een vleermuis. Maar wat maakt de jachttechniek van de gewone grootoorvleermuis zo bijzonder?

    Laten we eerst naar hun prooien kijken. Dit zijn hoofdzakelijk kevers en nachtvlinders. Uit onderzoek van de Zoogdiervereniging (2015) blijkt dat een belangrijke prooi voor de gewone grootoorvleermuis de huismoeder is. Dit is een nachtvlinder (Noctua pronuba) – in het Engels de Large Yellow Underwing, genoemd naar de oranjegele achtervleugels. De soort komt algemeen voor in Nederland en heeft een vliegtijd van mei tot en met oktober, wat goed overeenkomt met die van de gewone grootoor.

    Het bijzondere aan de huismoeder is dat ze de echolocatie van vleermuizen kan waarnemen. Zodra een vleermuis dichterbij komt, maakt de huismoeder een duikvlucht om te ontsnappen. Hoe gaat de grootoor hiermee om?

    De grootoor hanteert twee jachtstrategieën.
    Bij de eerste strategie zoekt hij een boom op en beweegt hij zijn kop heen en weer om geluiden van insecten op de grond en in de lucht op te vangen. Zodra hij een prooi lokaliseert, vliegt hij eropaf. Eenmaal dichtbij schakelt de vleermuis over op stealthmodus – de echolocatie wordt stopgezet – waardoor de huismoeder hem niet kan waarnemen.

    Bij de tweede strategie vliegt de grootoor langzaam door de nacht. Zodra hij een prooi ontdekt, schakelt hij snel over op stealthmodus.

    Op deze wijze kan de grootoor prooien bemachtigen die voor andere vleermuizen ongrijpbaar zijn. Daardoor kunnen verschillende vleermuissoorten in hetzelfde gebied jagen op verschillende prooien.

    Bron: https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=21749

    Foto Gewone Grootoor: ©Jan Mannak

  • Grote Rosse Vleermuis eet zangvogeltjes

    Dat vleermuizen een zeer gevarieerd dieet hebben, is bij velen wel bekend. Ze eten insecten, spinnen, nectar, vissen, kikkers, fruit, bloed, andere vleermuizen en zelfs zangvogels. Maar hoe weten ze die zangvogels eigenlijk te bemachtigen?

    Dat vleermuizen zangvogels eten, was al langer bekend, maar hoe zij dit precies doen, is pas recentelijk duidelijk geworden. Hieronder volgt een verslag van onderzoek uitgevoerd door samenwerkende wetenschappers uit verschillende landen.

    Laten we beginnen bij de zangvogels. Elk jaar migreren vele zangvogels van hun broedgebieden naar hun overwinteringsgebieden. Dat gebeurt in onvoorstelbaar grote aantallen — schattingen lopen in de miljarden — en een deel van deze vogels trekt ’s nachts. Ze doen dit om te voorkomen dat ze ten prooi vallen aan roofvogels, die grotendeels zichtjagers zijn en dus overdag jagen. Toch kunnen ze ’s nachts een dodelijke ontmoeting hebben met de Grote Rosse Vleermuis, de grootste vleermuissoort van Europa.

    Deze vleermuis weegt tussen de 41 en 76 gram en is ongeveer 9 centimeter lang. Ter vergelijking: een roodborst weegt iets minder dan 20 gram.

    Om de jacht te kunnen volgen, werden deze vleermuizen uitgerust met kleine rugzakjes met biologgers, die positie, versnelling, hoogte en geluid registreerden. Zo kregen onderzoekers een goed beeld van de jachttechnieken van de Grote Rosse Vleermuis.

    In de meeste gevallen jaagt deze vleermuis onder de 100 meter hoogte en richt hij zich op insecten. Af en toe waagt hij zich hoger — tot wel 1300 meter — en jaagt dan op migrerende zangvogels. Er zijn opnames gemaakt van een vleermuis die een roodborstje drie minuten lang achtervolgde en het op ongeveer 200 meter hoogte wist te grijpen. Met een snelle beet maakt de vleermuis een einde aan het leven van de vogel, waarna hij de vleugels afbijt (vermoedelijk om het gewicht van de prooi te verminderen). Vervolgens vliegt hij verder, al etend van het roodborstje. Dit alles weten we dankzij de kleine biologgers op de rug van deze vleermuizen.

    Gelukkig voor de roodborstjes zijn er niet bijzonder veel Grote Rosse Vleermuizen, dus de kans dat we binnenkort geen roodborstjes meer in de tuin zullen zien, is verwaarloosbaar klein.

    Gebruikte bronnen:

    https://www.natuurpunt.be/soorten/zoogdieren/grote-rosse-vleermuis

    https://www.izw-berlin.de/en/press-release/caught-in-the-act-scientists-record-how-europe-s-largest-bat-catches-and-consumes-a-passerine-bird-mid-air.html

    Foto:

    Nyctalus lasiopterus (Grote Rosse Vleermuis) met veer en bloed in mond: ©Jorge Sereno

    Bat met Tag: ©Elena Tena

  • Zien wij hem of zien wij hem niet?

    Seizoen 2 van Operatie Barbastella ging vanavond echt van start: op zoek naar de Mopsvleermuis.
    Om 17.50 uur arriveerde ik in ’t Woold. Een woonkamer vol vleermuisenthousiastelingen die druk bezig waren met het instellen van Teensy Bats, het afspreken van zoeklocaties aan de hand van GPS-coördinaten en het delen van de laatste vleermuisnieuwtjes. Ook werden drie gasten welkom geheten.

    Vorig jaar zochten we op één terrein naar de Mopsvleermuis, zonder succes. Kastjes werden onder afdaken, hoog en laag in de bomen aan randen van open velden opgehangen. Deze keer gingen we meer dan twee uur ergens zitten met onze detectoren in de hand: kwam er een vleermuis voorbij, dan snel op record drukken en later analyseren welk soort we hadden opgenomen.

    Tegen 18.45 uur (een Mopsvleermuis vliegt tussen vijf en 25 minuten na zonsondergang uit) waren vier groepjes geïnstalleerd op een geschikte locatie: een kruispunt van wegen met hoge bomen. En toen begon het wachten.

    Voor ons lagen aan alle kanten stukjes bos, waardoor een Rosse vleermuis er waarschijnlijk niet zat. Mogelijk dat onze collega’s een Rosse wel zouden zien. Gewone dwergvleermuizen hebben we zeker op ons display voorbij zien vliegen, want het werd al snel te donker om ze werkelijk met het blote oog te zien. Op ons scherm zagen we ook andere pulsen voorbij komen — mogelijk een Mops, al kunnen we een grootoor niet uitsluiten.

    Terug bij onze uitvalsbasis werden de SD-kaartjes uitgelezen. Verdraaid — de ene detector maakte geen XML-bestanden, de andere had 600 opnames, te veel om “even” te analyseren. Maar er was er ook één die een opname had gemaakt van iets wat veel weg had van een Mopsvleermuis. Dat vergt nader onderzoek in alle rust, met voorbeeldsonogrammen erbij.

    Conclusie: een geslaagde vrijdagavond in ’t Woold.

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Judith & Nelleke & Hillie

  • Eindstation Bosuilkast

    Recentelijk verscheen er een artikel op de website van de Zoogdiervereniging met de titel Grote groep rosse vleermuizen dood in bosuilenkast. Uit het artikel bleek dat er in drie verschillende kasten in totaal zo’n veertig dode vleermuizen waren aangetroffen. De dieren waren niet opgegeten, niet ziek en ook niet gewond — maar wat was er dan gebeurd?

    Een van de theorieën is dat de vleermuizen de kasten wel konden binnengaan, maar er niet meer uit konden komen. Vermoedelijk had dit te maken met de gladde binnenwanden. De Rosse vleermuis is een boom bewonende soort die veelal in spechtengaten verblijft, waar de wanden ruw zijn. Voor een vleermuis vormt dat geen enkel probleem om zich naar buiten te werken.

    Dit artikel deed mij denken aan een situatie van enkele jaren geleden in Enschede. Ik werd toen gebeld om een aantal vleermuizen te vangen die in een slaapkamer verstrikt waren geraakt. Het bleken gewone dwergvleermuizen (Pipistrellus pipistrellus) te zijn, en hun aantal bedroeg meer dan 45.

    De eigenaar was enkele dagen weggeweest en had het raam — een kiepraam dat aan de bovenkant openstond — op een kier gelaten. Vermoedelijk was, net als bij de Rosse vleermuizen hierboven, één gewone dwergvleermuis naar binnen gevlogen/gekropen en had hij geen mogelijkheid meer gezien om naar buiten te komen. Hij begon te roepen, waarop zijn soortgenoten te hulp schoten. (Het is bekend dat vleermuizen noodkreten uitstoten wanneer ze gewond of in gevaar zijn, waardoor andere dieren uit dezelfde kolonie komen helpen.) Ook zij konden vervolgens niet meer naar buiten.

    Gelukkig hadden de vleermuizen in Enschede meer geluk dan hun soortgenoten in het Amsterdamse Bos. Samen met een collega vingen wij alle vleermuizen (het vangen duurde dik een uur) en hebben we ze buiten weer vrijgelaten. In dit geval dus een situatie met een happy end en zij leefden (hopelijk) nog lang en gelukkig.

    Bron: https://www.zoogdiervereniging.nl/actueel/nieuws/grote-groep-rosse-vleermuizen-dood-bosuilenkast

    Foto: Gewone dwergvleermuis, Saxifraga-Jeroen Willemsen

  • Joepie, het is feest

    Dat er veel vleermuissoorten zijn, wisten vleermuisliefhebbers al. Maar nu zijn het er nóg meer: veel vleermuissoorten + 1. En dat is een feestje waard!

    Wereldwijd bestaan er volgens de International Union for Conservation of Nature (IUCN) zo’n 5700 soorten zoogdieren. Eigenlijk is dat niet eens zo veel: alleen al in Nederland leven er ongeveer 2400 soorten vlinders. En wereldwijd? Vergeleken daarmee valt het aantal zoogdiersoorten dus best mee. Maar hoe zit het met vleermuizen?

    Pippistrellus etula -@Laura Torrent

    Tot voor kort waren er wereldwijd 1499 soorten vleermuizen. Sinds september 2025 is daar één soort bijgekomen: de Pipistrellus etula, ontdekt op Bioko Island, een eiland van Equatoriaal-Guinea in de Golf van Guinee. Deze soort is ontdekt en beschreven door Laura Torrent. De naam etula betekent ‘eiland’ en verwijst in de lokale taal naar de ‘god van het eiland’.

    De teller staat daarmee op 1500 vleermuissoorten wereldwijd. Voor de cijferliefhebbers: dat betekent dat zo’n 26% van alle zoogdiersoorten een vleermuis is. Ter vergelijking: in Nederland leven er slechts 19 soorten, dus iets meer dan 1% van alle vleermuizen. Maar waarom zijn er eigenlijk zoveel verschillende vleermuizen?

    Hun grote voordeel is dat ze kunnen vliegen en zijn vleermuizen de enige zoogdieren die écht actief kunnen vliegen. Daardoor zijn ze uiterst mobiel en kunnen ze grote afstanden overbruggen. Ze bereiken plekken waar andere zoogdieren niet kunnen komen, zoals afgelegen eilanden. Op zulke nieuwe plekken met andere leefomstandigheden en voedselbronnen doet evolutie zijn werk, en na vele generaties ontstaan er nieuwe soorten die helemaal aangepast zijn aan hun unieke omgeving. Prachtig toch, hoe dat werkt?

    Dat is toch wel een reden voor een lekker stuk taart 🙂

    Bron: https://www.batcon.org/press/1500th-bat-species-discovered-in-africas-equatorial-guinea/

    Foto: ©Laura Torrent

  • Vleermuizenavond voor de Partij voor de Dieren

    Heb je maandagavond vleermuizen verschrikt zien opvliegen? dan weet ik de oorzaak!! Nelleke was haar afspraak vergeten om samen met Hillie voor De Partij voor de Dieren een informatieavond te verzorgen. Zij moest dus racen tegen de klok om op tijd Enschede te bereiken om over dit bijzondere zoogdier te horen  vertellen.


    Op het nippertje kwam ze aan bij “het Stroinkshuis” waar alles al klaarstond voor de presentatie. Zo ook de kijktafel met wetenswaardigheden: een paar opgezette vleermuizen die, doordat er een musje bij stond als model, goed in te schatten zijn qua grootte. En natuurlijk: doosjes met vleermuizenpoep zoekkaarten en informatiefolders.

    Ongeveer 22 geïnteresseerden luisterden interactief naar het interessante verhaal van Hillie, die haar verhaal met nieuwe wetenswaardigheden had aangevuld.

    Tot aan de pauze kwam de algemene  informatie over de vleermuis aan bod:  aantal vleermuizen, verschillende soorten, de bouw en leefwijze; waarom hangen ze op de kop? Dit alles werd verduidelijkt met prachtige vertraagde films van vliegende vleermuizen. (: hoe hebben ze die opnames geschoten??).

    Na de pauze werd uitgebreid stilgestaan bij de voortplanting en alles wat daarbij komt kijken voor een vleermuis: Nadat de pubervleermuizen het “huis uit zijn gegaan”, gaan in september/oktober de mannen op de versiertoer, op zoek naar een partner. Ze paren in de herfst, met tussendoortjes in de winter. Ze zijn niet monogaam: ze paren dus met verschillende partners. Vrouwtjesvleermuizen kunnen sperma bewaren na paring in de herfst, een proces genaamd ‘uitgestelde bevruchting’. Het sperma wordt opgeslagen in een speciaal opslagorgaan totdat het vrouwtje na de winterslaap voldoende is aangesterkt en de omstandigheden gunstig zijn om een eicel te bevruchten en de zwangerschap te starten.

    Eén maal per jaar krijgen vleermuizen jongen en verblijven met soortgenoten in hun onderkomen. Vleermuizen leven in sociale groepen (kraamkolonies).Katten uilen en meeuwen hebben de vleermuis op hun menu staan. Vleermuizen kunnen fungeren als een belangrijke partner voor de mens, bijvoorbeeld in de landbouw door het bestrijden van plaagdieren: denk bv aan buxusmot en de eikenprocessierups.

    Tot slot had Hillie nog een “Toetje”: Hillie liet een filmpje zien waarin een vrouw in India haar huis vol had met vleermuizen: doordat haar buren gingen verbouwen moesten de vleermuizen een ander onderkomen zoeken en dat vonden ze bij deze vriendelijke vrouw. Ze had aan deze zoogdieren een aangenaam gezelschap en dat ze in ruil daarvoor vele malen moest vegen en de poepjes van de muur moest verwijderen, nam ze voor lief. Zij en haar vleermuizen waren op deze manier wel een bezienswaardigheid in haar dorp.

    Dat kun je je voorstellen!!

    Tekst: Nelleke

    Foto’s:

    Nelleke: Uitwerpselen analyseren

    Pieter: Gewone Grootoor

    Kevin: Vleermuiskast

  • NEM-VTT Moeilijke Geluidendag

    Zaterdagochtend, nog voor 8.00 uur, gingen we met z’n vieren op pad. Op naar Nijmegen, naar het hoofdkantoor van de Zoogdiervereniging, om een dag door te brengen met het bestuderen van de moeilijke geluiden van de laatvlieger. En pittig werd het zeker.

    Men zegt vaak: alle begin is moeilijk, maar dat bleek juist het makkelijkste deel. We werden ontvangen met koffie, broodjes en chocolade – vooral dat laatste zorgde voor een aangename gemoedstoestand. Daarna was het tijd om handen te schudden, bij te praten (over vleermuizen natuurlijk), en waren we klaar om te beginnen.

    Laat ik beginnen met de eindboodschap: vol vertrouwen stapte ik het hoofdkantoor binnen, maar zes uur later liep ik met een hoofd vol vraagtekens weer naar buiten. 🙂

    Wat hebben we allemaal geleerd over de laatvlieger, de hoofdrolspeler van vandaag?

    Deze soort vliegt zowel in open als in besloten omgeving. In open omgeving maakt hij veel minder gebruik van echolocatie dan in besloten omgeving. Daar gebruikt hij een lagere frequentie, die bovendien krachtiger wordt uitgezonden. Dat komt omdat de laatvlieger in open terrein minder behoefte heeft aan een nauwkeurig beeld van zijn omgeving; hij wil zo snel mogelijk weer naar een gebied met bomen. Zodra hij in de buurt van bomen komt, schakelt hij over naar een hogere frequentie met een groter bereik, waardoor er een gedetailleerder beeld van de omgeving ontstaat. Tenslotte wil een laatvlieger niet tegen een tak aanvliegen.

    Leuk om te horen was dat de laatvlieger géén QCF-soort is, in tegenstelling tot de bos-, tweekleurige en rosse vleermuis. QCF staat voor Quasi Constante Frequentie.

    De laatvlieger heet niet voor niets zo: hij begint later te vliegen dan de rosse vleermuis. Hij vliegt relatief traag en is daardoor, zolang het nog licht is, kwetsbaar voor roofvogels. De rosse vleermuis heette vroeger de vroegvlieger: een bliksemsnelle soort, die weinig te duchten heeft van roofvogels. Voor de vogelaars onder ons: vergelijk de laatvlieger met een buizerd en de rosse vleermuis met een slechtvalk.

    Nog een interessant weetje: tijdens het vliegen beweegt de laatvlieger zijn kop van links naar rechts, ook tijdens het uitzenden van zijn echolocatie. Daardoor komt zijn geluid bij onze vleermuisdetectoren binnen als hard – zacht – hard – zacht. Zijn bijnaam tapdancer is dus zeer passend. Zijn eindfrequentie is hierdoor niet alternerend, in tegenstelling tot die van de bos-, tweekleurige en rosse vleermuis.

    Tot slot nog 1 leuk weetje: wist je dat de bosvleermuis tot wel 1 km hoogte kan jagen, om daar muggen te verschalken?

    Tekst: Kevin

    Proofreader: Hillie

    Foto: Laatvlieger op muur: Copyright ©Anne van Rijn, via Waarneming.nl

    Foto: Laatvlieger op doek: Copyright ©Jan Mannak

  • Poepjes analyseren

    Als je geen vleermuizen aantreft maar wel sporen, dan gaat het meestal om uitwerpselen. Aan de vorm, kleur en grootte kun je vaak al een inschatting maken van de soort vleermuis. Ook vleugelresten van vlinders zijn hierbij waardevol; die wijzen vaak in de richting van grootoorvleermuizen. Het analyseren van de keutels gebeurt meestal op het terras, nadat een kerkzolder is doorzocht. Op het terras trekken we geregeld bekijks, wat kan leiden tot boeiende gesprekken.

    Interessant is dat je uit de uitwerpselen niet alleen de vleermuissoort kunt afleiden, maar soms ook de prooidieren. Het skelet van een insect bestaat namelijk uit hard materiaal dat vleermuizen niet kunnen verteren: chitine. Dit vormt de stevigheid van het exoskelet bij insecten. Omdat vleermuizen chitine niet kunnen verteren, scheiden ze dit weer uit — en dat verzamelen wij. Onderdelen die uit chitine bestaan zijn o.a. poten, vleugels, angels, tangen (bij oorwurmen) en schilden. Afhankelijk van de grootte van de vleermuis worden deze structuren meer of minder fijn vermalen. Uiteraard vind je niet alles terug in de uitwerpselen, maar we kunnen in ieder geval beginnen met zoeken. Hoe gaat dat in zijn werk?

    Structuur is hierbij belangrijk. Eerst worden de afzonderlijke keutels gedroogd en gecontroleerd, zodat er geen diertjes in zitten die het vleermuismest opeten. Dat zulke beestjes bestaan, was voor mij nieuw — maar eigenlijk is het heel logisch. Onder vleermuisonderzoekers worden ze ‘poep-beestjes’ genoemd. Verder moeten de keutels gesorteerd worden op locatie en verzameldatum. Dan kan het echte werk beginnen.

    De keutels worden vervolgens een dag in een mengsel van glycerine en alcohol geweekt. Daarna komen de chitinedeeltjes los en met een binoculair kun je deze stukjes bestuderen en proberen op naam te brengen. In theorie klinkt dat niet moeilijk, maar ik verwacht dat de praktijk weerbarstiger zal zijn. We zullen kieke’n wat ’t wordt.

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Joeke & Nelleke & Pieter

  • Trommelvleermuis

    Vanavond (25 augustus 2025) gaan we vleermuizen tellen! Nou ja niet echt tellen want deze dieren verblijven op moeilijk bereikbare plaatsen, zoals boomholten, spouwmuren en spleten in daken. Daarom kan ik beter zeggen: we gaan de voorbereidingen treffen zodat ze geteld kunnen worden. Maar dan moeten ze zich wel laten zien of beter: laten horen. Omdat we de frequentie waarop zij die uitstoten niet kunnen horen wordt een apparaat gebruikt die de signalen omzet tot voor ons hoorbare geluiden: de batdetector. Deze neemt het op en later worden de geluiden via een speciaal daarvoor ontwikkeld programma uitgelezen.

    Zonsondergang om 20.36 uur

    Deze detector moeten we dus bevestigen aan de auto en daarmee maken we een rondje van 25 km. Dat rondje is vastgesteld door de zoogdierenvereniging.

    We rijden we met 25km/u. Het is de ronde: Noordijk-Geesteren. Dit is de 2e keer en dus de laatste keer dit jaar. We wachten nog even totdat de detector 13 satellieten heeft gevonden en kunnen dan gaan want het is nu 20.36 u en de zon gaat onder.

    Omdat we zachtjes rijden kan dat een gevaar vormen voor de medeweggebruikers dus heeft Judith daarvoor waarschuwingsborden die we aan de binnenkant van de auto bevestigen. Gelukkig heeft deze auto ook waarschuwingslichten dus die gebruiken we als dat nodig is.

    Een aardige automobilist denkt dat we hulp nodig hebben maar Judith gebaart dat hij door mag rijden.

    Het is helder weer; zo`n  250 C en nu is het aan het afkoelen.

    Judith rijdt, Ip navigeert en ik deel de snoepjes uit die Judith heeft meegenomen. Ieder een taak!!

    Judith heeft een microfoon aangesloten zodat we ook in de auto horen of er vleermuizen in de buurt zijn.

    Eerst nog niets: wel geluiden maar niet van vleermuizen. Als het wat donkerder wordt horen we de eerste vleermuis! “Ze zijn er echt wel”,  vertelt Judith en zij kan het weten want zij heeft de route al vaker gereden.

    Er gaat een buizerd voor de auto langs en gaat zitten op een tak zodat wij die goed kunnen zien. Dan horen we een vleermuis: de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), de ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii), de rosse vleermuis (Nyctalus noctula) of de laatvlieger (Eptesicus serotinus)?? Na het uitlezen zullen we het weten: nu is het gissen.

    Dan horen we nog een bluppend geluid dat was onmiskenbaar de visvleermuis en even later het trommelende roep van de trommelvleermuis. We worden melig.

    Alles weer in de koffer ..en klaar is Kees.. voor vanavond.         

    Ip en Nelleke

  • Nacht van de Vleermuis – 2025

    Presentatie - Nacht van de Vleermuis

    Jaarlijks keert de Nacht van de Vleermuis terug, en dit keer stonden wij paraat bij Camping Tamaring in Ruurlo. Niet alleen waren we goed voorbereid, we kregen ook een verrassing. Waar bij de meeste van onze excursies kinderen vooraan zitten, vol ongeduld wachtend op wat er gaat komen, waren er dit keer bijna uitsluitend volwassenen aanwezig. Logisch eigenlijk: de scholen waren inmiddels weer begonnen – een kleine misrekening van onze kant.

    Vleermuis achter luik

    Dan rees de vraag of onze presentatie wel geschikt was voor volwassenen. Deze gaat immers onder andere over poepen en plassen. Zou dat aanslaan? Het antwoord bleek volmondig ja. Maar eerst iets meer over de Nacht van de Vleermuis.

    De Nacht van de Vleermuis is een jaarlijks terugkerend evenement dat in veel Europese landen wordt georganiseerd om aandacht te vragen voor vleermuizen en hun bescherming. Het idee ontstond in 1997, toen het secretariaat van het Verdrag van Bonn (Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals) en het EUROBATS-verdrag (specifiek gericht op de bescherming van vleermuizen in Europa) natuurbeschermers opriepen om een gezamenlijke publieksactiviteit te organiseren. Sindsdien vindt het evenement plaats in het laatste weekend van augustus.

    Na onze presentatie gingen we naar buiten met onze detectoren. Het leuke was dat we met drie verschillende typen detectoren liepen, die allemaal een ander geluid lieten horen. Daardoor werd het een bijna muzikale avond, waarbij één laatvlieger wel twintig minuten boven ons cirkelde. De vleermuis was goed zichtbaar, vloog laag over ons heen en gaf ons zo ruimschoots de tijd om veel te vertellen over vleermuizen en hun rol in de natuur. Dit sloot prachtig aan bij het doel van de Nacht van de Vleermuis.

    Traditie: IJsje

    Dat doel is niet alleen educatief, maar ook gericht op natuurbescherming. Vleermuizen spelen namelijk een belangrijke rol in ecosystemen: ze eten enorme hoeveelheden insecten en dragen zo bij aan de natuurlijke balans. Toch staan veel soorten onder druk door habitatverlies, verstoring van verblijfplaatsen en het gebruik van pesticiden.

    Traditiegetrouw sloten we de avond af met een heerlijk ijsje.

    Tekst: Kevin

    Foto’s: Judith & Joeke