Al enige weken vlogen de vleermuizen om de huizen heen bij onze gidsen in de buurt. Dit moet ook wel, aangezien de dames-vleermuizen voor twee moeten eten en in mei/juni worden de jongen geboren. Deze moeten eerst zo’n 6 weken gezoogd worden voordat ze zelfstandig op insectenjacht kunnen.

Echter, het was frisjes (net boven 10 graden) op 30 april, zeker tijdens het luisteren naar het verhaal van Kevin in de loods op de camping. Gelukkig was het al snel 21.05 uur, tijd voor de zon om onder te gaan en de vleermuizen om naar buiten te komen, om op zoek te gaan naar hun lievelingseten: vliegende insecten.

De groep van 25 werd in drieën verdeeld waarbij elke groep uit 1 gids en 1 stagiaire bestond met een groep geïnteresseerde mensen. Al gauw kwamen de vragen over vleermuiskasten, vlieghoogtes, of ze last hadden van vliegtuigen (relevant voor mensen die in de buurt van een vliegveld wonen en vleermuizen een warm hart toedragen) en zaken als lichthinder, meikevers en koolmeesjes als vleermuis-snoepers.

Er vlogen vleermuizen (goed te horen op de batdetector) en op bepaalde plekken waren ze net te zien, tussen de bomen doorschietend op zoek naar insecten. Save the last for best, dit hadden de Laatvliegers zeker gedaan. Ca 10 minuten bleven ze over ons heen vliegen op jacht naar insecten. Laatvliegers zijn een grote soort (voor Nederlandse begrippen) en vliegen wat meer in het open luchtruim, waardoor zij goed te zien waren.

De avond werd afgesloten met een mok warme chocolademelk bij Jan & Wenda. Dank voor jullie gastvrijheid.

Suzan, Judith, Casper, Arie, Anke & Kevin